Zenuwaansluitingen verbeteren gevoel in gereconstrueerde borst

Zenuwaansluitingen verbeteren gevoel in gereconstrueerde borst

Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder Nederlandse vrouwen; 1 op de 7 vrouwen krijgt deze diagnose. Hiervan heeft ongeveer 40% een borstamputatie nodig. Daarnaast is er ook een toenemende groep (vaak jonge) vrouwen die een preventieve borstamputatie ondergaan, omdat zij een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van borstkanker. Jeske Bubberman onderzoekt samen met dr. Tuinder of ze door middel van een zenuwaansluiting het gevoel in een gereconstrueerde borst kunnen verbeteren. In april kregen we een update van de status van het onderzoek.

Leven na borstkanker steeds belangrijker
Door verbeterde diagnostiek en behandeling van borstkanker, hebben vrouwen na een borstamputatie veelal nog een lange en gezonde toekomst voor zich. Aandacht voor de kwaliteit van leven ná borstkanker (of na een preventieve borstamputatie) wordt daardoor steeds belangrijker. Een borstreconstructie vergroot de kwaliteit van leven na een borstamputatie. Dit kan middels een implantaat, of met eigen weefsel. Steeds meer vrouwen kiezen voor het laatste. Met ons onderzoek willen we de uitkomsten van een borstreconstructie met eigen weefsel verbeteren.

Lange tijd is geen aandacht geweest voor het gevoel in een gereconstrueerde borst. Doordat bij de borstamputatie al het borstweefsel inclusief de zenuwen wordt verwijderd, blijft er (ook na reconstructie) een doof gevoel over. Dit is onnatuurlijk en onprettig. In eerder onderzoek hebben we laten zien dat gevoel onder meer zorgt voor veiligheid: “Als er iets mis is, zou ik dat voelen”. Ook heeft het impact op relaties: “Ik voel een knuffel van mijn kinderen niet meer” geven onze patiënten aan, of: “ik vind het een vervelend gevoel als mijn partner mijn [gereconstrueerde] borst aanraakt”.

Onderzoek
Wij onderzoeken of we door middel van een zenuwaansluiting het gevoel in een gereconstrueerde borst kunnen verbeteren. We hebben al veel onderzoek gedaan naar borstreconstructies met eigen weefsel. Onder andere hebben we verschillende technieken beschreven en ontwikkeld, zodat we elke vrouw met elk lichaamstype een geschikte optie kunnen bieden.

Ook naar het gevoel bij borstreconstructies doen we al langere tijd onderzoek. Dit laat zien dat het aansluiten van een gevoelszenuw een veelbelovende techniek is om het gevoel na een borstreconstructie te verbeteren, en dat dit de kwaliteit van leven positief beïnvloedt. We hebben ook onderzocht welke zenuwen welk deel van de borst gevoel geven, en dus geschikt zijn voor een zenuwaansluiting. Bovendien hebben we beschreven hoe we deze techniek bij verschillende soorten borstreconstructies kunnen toepassen (bijv. borstreconstructie met weefsel afkomstig van de buik, of met weefsel van het dijbeen).

Op dit moment voeren we wereldwijd het eerste prospectieve, dubbelblinde en gerandomiseerde klinische onderzoek uit dat onze voorgaande bevindingen over de effectiviteit van een zenuwaansluiting definitief moet gaan bevestigen. De resultaten van dit onderzoek zijn noodzakelijk om verandering in de reguliere zorg voor borstkankerpatiëntes te bewerkstelligen. In 2024 is het onderzoek afgerond. Later dit jaar volgt een interim-analyse van de eerste groep patiënten die het onderzoek heeft afgerond, en kunnen we dus voorlopige resultaten met jullie delen.

Hiernaast hebben we ook een onderzoek met functionele MRI opgezet. Met één van de vijf ultra high field MRI-scanners in Nederland bestuderen we hersenactiviteit, om inzicht te krijgen in hoe gevoel van de borst (zowel gezond als na borstamputatie, en na borstreconstructie) wordt weergegeven in het gevoelscentrum van de hersenen. Een uniek project, en de eerste in zijn soort. Deze studie gaat inzicht geven in hoe gevoel in de hersenen wordt verwerkt, en kan aanknopingspunten geven voor hoe we gevoel na een borstreconstructie verder kunnen verbeteren.

Impact COVID-19
Door COVID hebben onze studies helaas vertraging opgelopen. Er zijn minder patiënten geopereerd, waardoor de inclusie is vertraagd, en we hebben ook onderzoeksafspraken in het ziekenhuis moeten afzeggen. Daarnaast mochten we enkele maanden geen MRI-scans verrichten waardoor ook dit project tijdelijk stil kwam te liggen. Al met al heeft dit geresulteerd in een vertraging van ca. 6 maanden, maar we verwachten geen nadelige effecten op de eindresultaten van ons onderzoek.



Vlnr. Drs. Ennie Bijkerk, Drs. Hansje Smeele, Drs. Jop Beugels, Dr. Stefania Tuinder, Prof. Dr. René van der Hulst - Foto: Photostique